Wet op de kansspelen
Artikel 14b
1
Onze Ministers van Justitie en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur kunnen met het oog op de belangen van instellingen werkzaam ten algemene nutte, in het bijzonder op het gebied van sport en lichamelijke vorming, van de cultuur, het maatschappelijk welzijn en de volksgezondheid, aan één rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid voor een door hen te bepalen duur vergunning verlenen tot het organiseren van een instantloterij.
2
De opbrengst van de instantloterij - na aftrek van de prijzen en kosten - komt ten goede aan de belangen, die de rechtspersoon beoogt te dienen met het organiseren van de instantloterij.
3
Van de opbrengst van de instantloterij wordt ten minste 47,5% bestemd voor uitkering aan prijzen.
4
Onze in het eerste lid genoemde Ministers kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, bepalen dat een door hen vast te stellen gedeelte van de opbrengst van de instantloterij ten goede zal komen aan de schatkist, als vergoeding voor opbrengstenderving bij de staatsloterij ten gevolge van het organiseren van de instantloterij. Deze vergoeding is begrepen in de kosten bedoeld in het tweede lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AA4571, Eerste aanleg - meervoudig, 93/3246
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
24-02-1995
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof 's-GravenhageGERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE, "p" tweede meervoudige belastingkamer. 24 februari 1995 nummer: 93/3246 UITSPRAAK op het beroep van A te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, betreffende na te noemen aangifte. 1. Aangifte en bezwaar Belanghebbende heeft over het derde...